dinsdag 19 juni 2012

Meesterschap

Mirjam Sterk van het CDA verlaat na 10 jaar de 2e kamer. Ze vindt het tijd geworden om zich op andere gebieden te ontwikkelen, bijvoorbeeld op die van het bestuur of de media. In DWDD reageerde Prem Radhakishun zeer teleurgesteld op dit bericht. “10 jaar is niets!” riep hij. Als je echt invloed wilt hebben en aan de top wil komen moet je blijven, is zijn mening. Prem heeft gelijk vind ik, maar de keuze van Mirjam lijkt ook logisch!

Wetenschappers zijn het er wel over eens dat een mens 10.000 uren moet werken om meester te kunnen worden in zijn of haar vak. Ze gaan er daarbij van uit dat een vakman die zich concentreert op zijn kerncompetenties maximaal 700 uur per jaar met deze competenties bezig kan zijn. Om meester te kunnen worden, zijn dus zo’n 14 jaar nodig.
Waar staat Mirjam?
Naar analogie van het oude gildesysteem onderscheiden Paul Donders en Chris Sommer in hun net verschenen boek “Meesterschap” de volgende fasen:

1.Talent (leerling)
Voor het talent is het belangrijk dat hij zijn eigen talentenpakket goed kent en zijn passie gaat ontwikkelen. 5000 vlieguren zijn nodig om professional te worden. Het is in deze fase noodzakelijk dat je je richt op de verdieping van je vak en dat de inhoud en eisen van je functie mee kunnen groeien met de groei van je niveau.

2. Professional (gezel)
Het talent is nu uitgegroeid tot een gedegen vakman of vakvrouw, die op hoog kwalitatief niveau functioneert. Mirjam is zo’n vakvrouw, ze voert niet af en toe een aardig debatje, maar is ervaren en kan aan de lopende band op hoog niveau ‘produceren’. Deze fase duurt zo’n 5 jaar. Het duurt in deze snelle tijd dus misschien wel langer dan je denkt voordat je een professional bent! In die zin heeft Prem gelijk.

3. Reisgezel
Voor de gezel was het voor zijn creatieve ontwikkeling van groot belang dat hij op reis ging door Europa, om ook van meesters in andere culturen te leren. Het hielp hem om zijn eigen unieke stijl te ontwikkelen. Ik kan me voorstellen dat Mirjam zich de komende jaren in voorbereiding op haar meesterschap, reisgezel wordt om zodoende ervaring op te doen in andere bedrijven, organisaties of instellingen en bij andere meesters.

4. Meester
De meester produceert voortdurend ‘meesterstukken’, heeft zijn eigen unieke stijl, is een voorbeeld voor talenten en leidt ze op. De kernvoorwaarden voor meesterschap zijn:
·         Ken je geschiedenis. Leer het juiste moment te kiezen en sluit je aan bij een ‘gilde’
·         Ontdek en ontwikkel je intrinsieke talenten
·         Ga voor passie en perspectief
·         Integreer je talenten en passie en zoek mogelijkheden om gericht te trainen
           Citaat  Mirjam: ‘Ik kan mijn idealen ook op andere plekken verwezenlijken”.
·         Zoek mentoren en leer van hen

5. De kunstenaar
Deze ‘grootmeester’ is een icoon in zijn/haar vak, zet nieuwe standaards en heeft (inter)nationale invloed. Omdat het in deze tijd lastig is om je een heel leven lang te focussen op 1 ambacht vinden we relatief weinig kunstenaars. Maar ze zijn er wel!

En Mirjam…, wie weet keert ze over een jaartje of 3 wel weer terug op het politieke toneel om haar plek als meester in te nemen!

Tjeerd Boersma

1 opmerking:

  1. Inderdaad is leidinggeven iemand begeleiden in het proces van zijn ontwikkeling. Natuurlijk wordt de graad van zijn ontwikkeling bepaald door zijn talenten, maar ook en vooral door de wil wat bij te leren.Jammer genoeg mis ik die soms.Eva Joos. www.goaltrainingen.nl

    BeantwoordenVerwijderen